AirborneArnhem.nl : Het Willem Tiemens Archief AA  ·  Home  ·  Over

voor meer: www.tiemens.info

HET EERSTE STRAALVLIEGTUIG DAT IN NEDERLAND NEERSTORTTE

Elden is een eeuwenoud Overbetuws dorpje, gelegen onder de rook van Arnhem. Sinds Elden door de gemeente Arnhem is geannexeerd, is het langzaam maar zeker door nieuwbouwwijken van de Gelderse hoofdstad omsingeld. Het kleine dorpje Elden heeft een rijke historie, die wordt gekoesterd door een zeer actieve historische kring. Een van de initiatieven van die de Historische Kring Elden in 1991 nam, was de uitgave van het dagboek dat pater J.D. van Vugt vanaf 6 september 1944 tot aan het eind van de oorlog heeft bijgehouden. Van Vugt was er de man niet naar om uitsluitend beroepshalve zijn blik diverse malen per dag devoot omhoog te richten. De invalherder van de Eldense kudde had, zo blijkt uit zijn dagboekaantekeningen, een levendige belangstelling voor de wel zeer profane verschijnselen welke in die dagen aan de hemel konden worden waargenomen. Over één van die genoteerde waarnemingen handelt de volgende beschouwing.

Het dagboekfragment

Op 12 september 1944 vertrouwde de pater het volgende aan zijn dagboek toe:

… Tijdens mijn afwezigheid uit Elden hadden de afweerlui het knappe staaltje uitgehaald om een Duits vliegtuig neer te schieten. De jongelui van de Duitse arbeidsdienst, die het afweer bedienden, waren geweldig enthousiast. De vent die het vliegtuig raakte viel in zwijm van aandoening …

Voor een goed begrip vooraf: deze gebeurtenis speelde zich vijf dagen voor de aanvang van de Slag om Arnhem af. Maar de voorbereidingen voor Operation Market Garden, waarvan de luchtlandingen bij Arnhem en Driel deel uitmaakten, waren al in volle gang. Zo verschenen er in de loop van deze zonnige en heldere dinsdag in september een Brits fotoverkenningsvliegtuig boven (o.a.) Elden, welk vliegtuig in een groot aantal ‘runs’ de wijde omgeving op de gevoelige plaat vastlegde, teneinde de operational planner een zo actueel mogelijk beeld van het operatiegebied te verschaffen. Het werden foto’s van een uitzonderlijke kwaliteit. Terug nu naar het incident dat de pastoor beschreef. De Eldenaren waren enthousiast, omdat het om een Duitse jager zou gaan, ondanks dat de Duitsers volhielden dat het een Tommy was. Wie had er gelijk? Aanvankelijk leek de Duitse lezing de juiste.

Het Eldens viaduct over de weg Nijmegen - Arnhem, even ten zuiden van Arnhem. Waar de oprit rechts zich bij de weg voegt, is duidelijk de kerf juist rechts van de weg te zien, die het straalvliegtuig in de bodem sloeg

Deze leek te worden ondersteund door de documenten van 3. Jagddivision, dat zijn gevechtscentrum in Schaarsbergen had, die aantoonden dat de divisie die dag haar jagers aan de grond had gehouden. En 3. Jagddivision was de instantie waaraan de luchtverdediging boven onder meer ons land was opgedragen. Bovendien werd er in het gevechtsrapport over die dag (Abendmeldung genoemd) ook met geen woord gewag gemaakt van het verlies van een eigen jager. Iets, dat de Duitsers anders altijd nauwgezet deden. Er zat dus iets van een ijzeren logica in: als er niets vliegt, kan er ook niets worden neergeschoten. Voor alle zekerheid raadpleegde ik toch de heer L. Zwaaf uit Malden nog eens. In de loop der jaren heeft hij een fenomenaal archief opgebouwd over in ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog neergestorte vliegtuigen, zowel geallieerde als Duitse. Welnu, volgens zijn gegevens was er bij Elden op 12 september 1944 wel degelijk een Duitse piloot omgekomen! Dus toch …Met deze aanwijzing was het niet meer zo moeilijk om de piloot die zijn Waterloo bij Elden vond, te traceren. Hij bleek Unteroffizier Herbert Schauder te zijn geweest. Geboren in Breslau op 22 november 1923. De onfortuinlijke vlieger was dus nog slechts twintig jaar oud toen zijn 'kameraden van hetzelfde veldpostnummer' hem uit de lucht schoten. Zijn stoffelijk overschot werd indertijd begraven op Ehrenfriedhof Zypendaal, de Duitse soldatenbegraafplaats die tussen Arnhem en Schaarsbergen lag. Thans rusten zijn overblijfselen op het Duitse soldatenkerkhof te Ysselsteyn L. (blok BL, rij 11, nr. 255). Ofschoon de vraag Tommy of Duitser afdoende was beantwoord, resteerde nog wel de vraag hoe het mogelijk was dat de laatste vlucht van Schauder niet in de anders zo betrouwbare rapportage van 3. Jagddivision voor kwam. Het antwoord zou kunnen zijn, dat in die rapportage alleen gevechtsvluchten werden verantwoord die onder auspiciën van de divisie {i.c. onder verantwoordelijkheid van de divisiecommandant Generalmajor Walter Grabmann (37)} werden uitgevoerd. In het geval Schauder was er kennelijk geen sprake van zo’n vlucht geweest. Zo bleef vooralsnog de vraag onbeantwoord, wat Unteroffizier Schauder te zoeken had in het luchtruim boven Arnhem, dat in die dagen door de regelmatig uitgevoerde patrouilles van geallieerde jagers niet bepaald deutschfreundlich genoemd kon worden.

De eenheid

Uit de opgaven van de Duitse oorlogsgravenstichting en een instelling die gegevens over gesneuvelden beheert, bleek de eenheid waartoe Schauder behoorde, de dritte Staffel des Kampfgeschwaders 51 (afgekort 3. KG 51) te zijn. En hiermee diende zich direct al een verrassing aan: een Kampfgeschwader, dat waren bommenwerpers en géén jagers!

Een Me 262 A-2a Sturmvogel, een vliegtuig van hetzelfde type als waarin Herbert Schauder op 12 september 1944 vloog. Let op de twee bommen van 250 kg onder de romp

Voor de hand lag vervolgens om te veronderstellen dat Schauder op 12 september 1944 niet in een jager, maar in een bommenwerper vloog. Tevens een uiterst plausibele verklaring van het feit dat Schauder niet op de verlieslijst van 3. Jagddivision voor kwam! Wat echter weer tegen deze veronderstelling pleitte, was de omstandigheid dat Duitse bommenwerpers altijd een bemanning van tenminste twee koppen hadden. Tenzij Schauder in de allernieuwste bommenwerper, de Messerschmitt Me 262 Sturmvogel vloog, een toestel dat was uitgerust met twee straalmotoren. Want dit toestel, oorspronkelijk ontworpen als jager, maar door interventie van Hitler omgebouwd tot bommenwerper, had slechts één bemanningslid; de piloot. Verdere research bracht aan het licht dat Schauders kleine Staffel inderdaad sinds 20 juli 1944 als Erprobungskommando Schenk met deze sophisticated straalbommenwerpers in Frankrijk opereerde.

Eind augustus 1944 streek een handjevol stormvogels, door de snel oprukkende geallieerden voor in noordelijke richting voor zich uit gejaagd, op de vliegvelden Eindhoven en Volkel neer. Weldra werd hen ook daar de grond te heet onder de voeten en trokken ze begin september verder terug naar het Duitse vliegveld Rheine, niet ver van Enschede.

 

Een van de twee straalmotoren van de Me 262; superieure techniek, inferieur materiaal

Gegevens, die ik van de heer G.J. Zwanenburg ontving bevestigden uiteindelijk, dat Schauder inderdaad op 12 september 1944 in een Me 282-A (werknummer 130126, registratie 9K + AL) om het leven kwam.

De ooggetuigen

Een ooggetuige uit Elden herinnert zich nog uitstekend hoe hij in die middag twee vliegtuigen zag naderen waarvan de voorste kennelijk werd nagezeten door de achterste, "want het achterste vliegtuig schoot". Dat de Rottenflieger van Schauder waarschijnlijk zijn boordwapens gebruikte (een beproefde methode) om het personeel van het luchtdoelgeschut kenbaar te maken dat ze met eigen vliegtuigen van doen hadden, kon de Eldenaar niet weten. De Rotte (formatie van twee vliegtuigen) vloog tamelijk hoog en kwam uit noordelijke richting. Om het spektakel beter te kunnen volgen, klom hij bliksemsnel in een fruitboom. Daar verloor hij ze even uit het oog. De vliegtuigen raakten ook binnen bereikt van de FLAK batterij die bij het Eldense viaduct over de weg Arnhem - Nijmegen stond. Dat geschut nam het voorste vliegtuig onder vuur, dat daarop een bocht naar links maakte en brandend neerstortte. Ook het geschut dat de Duitsers naast de boerderij van deze ooggetuige hadden staan, liet zich niet onbetuigd, weet een oude Eldenaar te melden. Maar of er sprake was van één dan wel twee vliegtuigen, kan hij zich niet meer voor de geest halen. Er steeg een juichkreet op toen het toestel neerstortte. Een van de Duitsers greep zijn fiets om poolshoogte te gaan nemen op de plaats des onheils. Een half uur later kwam hij terug "met een gezicht als een oude dweil," aldus deze ooggetuige. Ze hadden een kameraad naar beneden geschoten. De Duitsers wist al te melden, dat het wrak geheel was afgedekt. Misschien vanwege de aanwezigheid van het lichaam van Schauder, wellicht om de vergissing voor de uit Elden en zelfs uit Arnhem-Zuid toestromende burgerij te verbergen. De heer J.E. Beijer uit Huissen woonde in die tijd op de boerderij De Koppel. In een van de nabij gelegen weilanden stond licht luchtdoelgeschut opgesteld en de bemanning daarvan was in de boerderij ingekwartierd. Op de bewuste middag – het zal tussen twee en drie uur zijn geweest – stond Beijer met enkele Duitsers achter het huis te kijken toen het geschut tot leven kwam. Er werd op een laag vliegend toestel geschoten, dat zich even later bijna tussen de vuurmonden in de grond boorde. De inslag was zo krachtig, dat een wiel van het vliegtuig in de buurt van de boerderij neerkwam. Het aanvankelijk gejuich van de Duitsers sloeg weldra om in gehuil, bang als de jonge schutters bij De Koppel waren voor represailles van hun hardvochtige commandant.

De plaats

Er bestaat geen twijfel over de exacte plaats waar het vliegtuig neerkwam. Ten oosten van de rijksweg Arnhem - Nijmegen, dichtbij de plaats waar de afrit van het Eldens viaduct op de oostelijke rijbaan aansluit. Het terrein behoort nu tot de wijk Kronenburg. Een luchtverkenningsfoto van 19 september 1944 toont overduidelijk de inslagkerf in het weiland, die op de haarscherpe luchtfoto van enkele uren voor het neerstorten, nog ontbreekt.

De vergissing

Het blijft gissen naar het juiste antwoord op de vraag hoe het mogelijk was dat de bemanningen van waarschijnlijk meerdere batterijen luchtdoelgeschut op zo’n heldere en zonovergoten middag als die van de 12e september 1944 een eigen vliegtuig beschoten. De schutters van de RAD hebben het nieuwe Sturmvogel blijkbaar niet herkend als 'een vogel uit het eigen nest'. En dat is niet eens zo verwonderlijk. Want het was waarschijnlijk de eerste keer, dat zij een echte Me 262 zagen. Het is zelfs niet uitgesloten, dat ze helemaal niet op de hoogte waren van het bestaan van het hypermoderne vliegtuig. Een toestel dat zo snel vloog? Het kon haast niet anders, of dat moest van de vijand zijn … Dit mag zo geweest zijn, het neemt toch niet weg dat het incident niet plaats had behoeven te vinden. Zeker niet op die heldere dag. Bij een goed onderhouden en vooral up-to-date vaardigheid in vliegtuigherkenning was het luchtdoelgeschut die dag blijven zwijgen!

Het graf van de onfortuinlijke Herbert Schauder op de Duitse soldatenbegraafplaats in Ysselsteyn (L)

Een muisje met een staartje?

De situatie: bommenwerperpiloot Schauder, komend vanuit het noorden, vloog in zijn Me 262 richting front, dat in die dagen onze zuidgrens al dicht was genaderd. Dat zal vast geen sight seeing vliegtripje zijn geweest! Het is dan ook zeer aannemelijk, dat onder de romp van Schauders Me 262 twee bommen van elk 250 kg hebben gehangen. Dat was de standaard lading. Gezien het voorgaande, kan mijns inziens niet op voorhand worden uitgesloten dat er met het neerstorten van het vliegtuig een of twee bommen in de Kronenburgse klei zijn terechtgekomen. Door hun massa moeten die ver in de klei zijn doorgedrongen. Voor zover bekend, is er niet naar de projectielen gezocht toen het wrak geborgen werd. De Duitsers hadden in die dagen wel wat anders aan hun hoofd! Kortom, niet ondenkbaar is, dat de projectielen nog steeds in de klei zitten. Op en rond de plaats van de inslag is de laatste jaren fors gebouwd. De gemeente Arnhem, door de Historische Kring Elden gealarmeerd, heeft ter plaatse wel naar explosieven laten zoeken, doch dit is zonder resultaat gebleven. Nu maakte de zoekactie een nogal – letterlijk – oppervlakkige indruk. Het blijft dus nog maar zeer de vraag, of ook er werkelijk geen bommen onder Kronenburg liggen!

Het eerste straalvliegtuig (?)

De Me 262 was als jachtvliegtuig ontworpen en ontwikkeld. Hitler meende echter, mede op grond van hetgeen Messerschmitt hem op een vraag dienaangaande antwoordde, dat het toestel ook geschikt te maken was als bommenwerper. Gebiologeerd door het vooruitzicht over een Blitzbomber te kunnen beschikken die alle geallieerde jagers te snel af was, gelastte de Führer dat de Me 262 alleen in de bommenwerperversie gefabriceerd mocht worden. In de praktijk bleek het toestel volkomen ongeschikt te zijn voor die rol. Waarschijnlijk was Schauders Me 262 de eerste straaljager die in ons land neerstortte. Ik schrijf waarschijnlijk, omdat ik er toch niet voor de volle 100% zeker van ben. Op de verlieslijst van 3. KG 51, zoals die is opgenomen in het boek Kampfgeschwader 51 Edelweiß, staat een zekere Oberleutnant Gartner die op 9 september 1944 te Soesterberg zou zijn gedood. Een andere bron, het boek The Messerschmitt Me-262 Combat Diary laat dezelfde vlieger echter een dag later in de buurt van Luik om het leven komen door dezelfde fatale oorzaak als die waaraan Schauder – naar het zich laat aanzien - ten offer viel; Werner Gartners snelle Me 262 werd door Duitse luchtdoelartilleristen voor een vijandelijk vliegtuig aangezien. Zolang bronnen elkaar tegenspreken over de juiste locatie van Gartners crash, houd ik het er maar op dar Herbert Schauder, daarbij een handje geholpen door zijn kameraden op de grond, de twijfelachtige eer toekomt in de annalen van onze luchtvaarthistorie te worden bijgeschreven als de vlieger van het eerste straalvliegtuig dat in ons land neerstortte.

Klik hier om terug te gaan naar de Home Page.