voor meer: www.tiemens.info
GALGEN(BERG)HUMOR
            
Ofschoon er begin 1942   nog geen sprake was van een grootscheepse confrontatie tussen de Amerikaanse   Leger Luchtmacht en de Luftwaffe, sloot de top van de Duitse luchtmacht al niet meer uit dat   de ontwikkelingen daartoe konden leiden. Het was overigens al een tijd lang een   prangende vraag geweest of de Luftwaffe, die in haar succesvolle   optreden steeds sterk offensief was ingesteld, opgewassen zou zijn tegen een   luchtoffensief waarin haar een defensieve rol was toebedeeld. Deze vraag werd   des te klemmender toen een groot aantal jagers ten behoeve van de strijd in de   Balkan en de veldtocht in Rusland aan de luchtverdediging in het westen werd   onttrokken. Er werden staven in het leven geroepen om het schaars beschikbare   afweerpotentieel zo efficiënt mogelijk, dat wil zeggen in grotere formaties, te   kunnen inzetten. Voor de bevelhebber op de grond was het van groot belang dat   hij onder alle (weers-)omstandigheden steeds op de hoogte was van de juiste positie   van zijn jagers in het luchtruim. Daartoe moesten doorlopend peilingen worden   uitgevoerd waarvan de resultaten onverwijld aan de betrokken staf dienden te   worden doorgegeven. De praktijk wees uit dat de tot dan toe in gebruik zijnde   methode van zogenoemde driehoekspeiling (peiling vanuit drie verschillende   posities) te tijdrovend was en een te geringe capaciteit had. Er moest worden   omgezien naar een modern systeem dat de bevelvoerder op de grond in staat   stelde zijn snelle jagers op hun tocht door het luchtruim op de voet te volgen,   ook bij massale inzet. De keus viel op een methode van radiopeiling waarbij een   radiozender in een jager een vanaf de grond uitgezonden peilsignaal   retourneerde. Een tweetal metingen dat aan het retoursignaal werd verricht   leverde uiteindelijk binnen enkele seconden een nauwkeurige positiebepaling op.   Vanwege de beperkte reikwijdte van de beschikbare zenders, zou op het   grondgebied van het Derde Rijk en op dat van de bezette landen een omvangrijk   netwerk van zogenoemde radiopeilstations moeten worden aangelegd. 
Teerose de eerste
Het eerste station van deze   soort bouwden de Duitsers bij Terlet, ten westen van de weg Arnhem - Apeldoorn.   De vijf peiltorens van het peilstation verrezen op de Terletse Galgenberg, het   kamp met de onderkomens werd aan de voet van de Galgenberg neergezet, waar de   van voor de oorlog daterende kleine hangar van de Arnhemsche Zweefvliegclub al   stond. In juni 1942 - de bouwvakkers waren nog niet gereed en de Duitse   technici waren nog volop bezig met het uittesten van de apparatuur -   arriveerden de eerste militairen van de verbindingsdienst van de Luftwaffe   in Teerose, zoals de codenaam van het nieuwe radiopeilstation luidde. (De   radiopeilstations kregen alle een naam van een plant, waarvan de eerste letter   overeenstemde met de eerste letter van de plaats waarbij het station lag; Teerose   bij Terlet, Brennessel bij Brielle, Schneeglöckchen   bij Schagen enz.). Binnen enkele weken was de bemanning, gevormd   door zo'n 80 jonge mannen en een 40 jonge vrouwen, voltallig. 
 De keuken en het   keukenpersoneel van Teerose I; in het midden keukenchef Kock
 De keuken en het   keukenpersoneel van Teerose I; in het midden keukenchef Kock
Veel van deze mannen bleven   tot het einde van de oorlog in de omgeving van Arnhem gelegerd; tot begin   oktober 1944 - toen het station door een geallieerde jachtbommenwerper op de   korrel was genomen - in Teerose, nadien in het sinds maart 1943 in bedrijf   gestelde tweelingstation Teerose II aan de rand van de Posbank. De dames werden   bij het begin van de luchtlandingen op 17 september 1944 hals over kop naar   Duitsland teruggestuurd. Gedurende de jaren van hun verblijf op de eenzame   heide van Terlet deelden de jongelui in ruime mate liefde en in mindere mate   leed. Wat het eerste aangaat, de merkwaardige Teerose samenleving leverde naar   schatting tien huwelijken op. 
Toch een vrij zorgeloos   bestaan
Met het leed viel het,   vooral gezien de oorlogsomstandigheden, nogal mee, daar bij de Galgenberg. De   voormalige Teerose-Duitsers zijn de eersten om dat toe te geven. Zij realiseren   zich maar al te goed dat het waarschijnlijk veel slechter met hen zou zijn   afgelopen wanneer ze - als zovelen - naar het oosfront waren overgeplaatst.   Toch is ook hun enige narigheid niet bespaard gebleven. De aanblik van de zwaar   verminkte lichamen van de bemanningsleden van de Britse Lancaster bommenwerper   die in de nacht van 14 op 15 juni 1943 dichtbij hun stelling neerstortte, was   schokkend. Diversen stonden voor het eerst oog in oog met de gruwelen van de   oorlog. Dan was er het verkeersongeval bij Terlet op 18 januari 1944, waarbij Luftnachrichtenhelferin   Pauline Hofbauer om het leven kwam en haar collega Elfi Zögl zwaar gewond   raakte. Het gebeurde maakte heel wat emoties los binnen de vrij zorgeloze samenleving   van Duitse Terletters. 
Oskar Himmel
Weer een geheel ander geval   was het ongeluk dat de 39-jarige 'postbode' van Teerose, facteur Gefreiter   Oskar Himmel, overkwam. Op 13 maart 1944 ging, terwijl hij op zijn kamer was,   zijn pistool door onopgehelderde oorzaak af. De kogel doorboorde Himmels hoofd   en verdween door de houten wand van de barak in de richting van de heide. Hulp   mocht niet meer baten. Gefreiter Himmel werd opgebaard in de voormalige   hangar van de Arnhemsche Zweefvliegclub, die door de Duitsers in hun vrije tijd   was omgetoverd tot feestzaal van de stelling. Na enkele dagen werd Himmel met   militaire eer vanuit Teerose op het Ehrenfriedhof Zypendaal in   Schaarsbergen begraven.

De kist met Oskar Himmel wordt bij Ehrenfriedhof   Zypendaal voorzichtig uit de vrachtwagen geladen
De Himmel-fahrt werd   een stijlvolle en indrukwekkende gebeurtenis. Lang bleven de Teerosianer   daar echter niet van onder de indruk. Dat de oorlog een voor hen noodlottige   wending aan het nemen was, ontging hen niet. Zorgeloosheid maakte plaats voor   onzekerheid. Ook voor de Duitsers uit Teerose werden de voedselrantsoenen   schraler. Dat deze situatie een goede voedingsbodem vormde voor humor, mag uit   het volgende blijken. Vlees stond in 1944 nog slechts bij uitzondering op het   menu van de Duitse mannen en vrouwen van Teerose. De soep die de kok van het   radiopeilstation (die toevallig ook Kock heette) bereidde, bevatte dit ingrediënt   nog maar hoogst zelden. Wie vlees in zijn soep aantrof, was een bevoorrecht   mens. Zodoende kon kort na het heengaan van Oskar Himmel in de eetzaal het   gebruik ontstaan om, zodra een gelukkige een snippertje vlees in zijn soep   aantrof, het lied 'Es muß ein Stück vom Himmel sein' aan te heffen!   Zeker een sterk staaltje van humor, al is het galgenhumor. Of Galgenberghumor?
 Himmels voorlopig   laatste rustplaats
 Himmels voorlopig   laatste rustplaats

Feur!! Op de voorgrond Oberleutnant   Wilhelm God, de commandant van Teerose I

Het graf van Oskar Himmel op de Duitse   soldatenbegraafplaats te IJsselsteyn (L)
Klik hier   om terug te gaan naar de Home Page.