AirborneArnhem.nl : Het Willem Tiemens Archief AA  ·  Home  ·  Over

voor meer: www.tiemens.info

RUDOLF BRAUNBURG

 

Zonder overdrijving kan worden gezegd, dat het Nederlandse volk in de jaren dertig in de ban was van de luchtvaart. Die luchtvaart begon zijn vleugels over de wereld uit te slaan, verkleinde de afstanden tussen de continenten aanzienlijk en leverde steeds meer tot de verbeelding sprekende prestaties. Onze nationale trots, de KLM van Albert Plesman, sprak een geducht woordje mee. De ontvankelijke verbeelding van velen werd nog eens extra gevoed met de avontuurlijke verhalen van Adriaan Viruly, de schrijvende gezagvoerder van de KLM. Tot degenen die regelmatig bij Soesterberg te zien waren om de verrichtingen van de militaire vliegtuigen gade te slaan en die de boeken van Viruly verslonden, behoorde ook de jonge Rudolf Braunburg. Vliegen als Viruly en schrijven als Viruly, dat was de jongensdroom van Rudolf!

Inleiding

Braunburg Sr., een Duitser die zonder werk was, trok in 1933 naar ons land om er een betrekking te vinden. Toen hem dat gelukt was, voegden zich in het voorjaar van 1934 zijn vrouw en hun 10-jarige zoontje Rudolf bij hem. Het gezin vestigde zich in het rustige plaatsje Vaassen. Na de lagere school ging Rudolf naar de U.L.O. In die vooroorlogse jaren ontwikkelde hij een ware passie voor de luchtvaart. Maar ook de natuur en de moderne muziek (jazz) hadden volop zijn belangstelling. Zijn droom, evenals die van veel leeftijdgenoten in ons land, was in die tijd: vliegen als Viruly. En wat Rudolf betreft kwam daar nog bij: schrijven als Viruly. Hollandser kon het eigenlijk niet!

De oorlog

De Duitse inval op 10 mei 1940 was een schokkende ervaring voor Rudolf. Het zette zijn leven, dat van Rijksduitser in Nederland, volledig op de kop. Zijn vertrouwde omgeving keerde zich tegen hem, was hij immers ook geen ‘mof’? Na de U.L.O. meldde zijn vader hem aan voor de kweekschool in Deventer. Maar door ingrijpen van de Duitse autoriteiten kwam hij uiteindelijk op een Duitse kweekschool terecht, die op nationaal-socialistische leest was geschoeid. Hij kon er niet aarden. In de winter van 1942 moest Rudolf Braunburg in militaire dienst. Via enkele overplaatsingen lukte het hem van de nood een deugd te maken. Hij kwam in de Luftwaffe, leerde vliegen en werd piloot op een vrachtvliegtuig. Hij maakte dan wel deel uit van Hitlers oorlogsmachinerie, maar hij hoefde in elk geval niet te schieten of te bombarderen. Een aanvaardbaar compromis tussen het onontkoombare en zijn ambitie, zo leek het. Voor Rudolf was het echter een compromis tussen zaken, die voor hem feitelijk onverenigbaar waren. In de tweede helft van 1944 nam het lot een voor hem even onverwachte als onwelkome, dreigende wending. Door de zware verliezen die de Luftwaffe de laatste maanden had geleden, was er een ernstig tekort aan jachtvliegers ontstaan. En hoewel Rudolf nauwelijks fighter spirit bezat, moet men van het standpunt uitgegaan zijn beter iets dan niets, toen besloten werd dat hij zich moest laten omscholen tot jachtvlieger. Het avontuur had nog slecht kunnen aflopen, maar Rudolf had het geluk aan zijn zijde. Al vrij spoedig schoot een Britse ‘Mosquito’ jager hem in Oostenrijk naar beneden. Wonder boven wonder kon hij zijn FW 190 nog redelijk aan de grond zetten en kwam hij er zonder verdere kleerscheuren vanaf. Kort na dit incident werd de eenheid van Rudolf tot een kwart van de sterkte ingekrompen. Brandstofschaarste was de oorzaak. Alleen de ‘azen’ bleven vliegen en in die categorie viel Rudolf duidelijk niet. Hij werd naar de infanterie gestuurd. Dat had zijn inzet in het Ardennen Offensief tot gevolg. Op 2 januari 1945 raakte hij in krijgsgevangenschap, voor Rudolf Braunburg was de oorlog afgelopen.

Verkeersvlieger

Na de oorlog volgde eerst een vrij chaotische periode, maar uiteindelijk werd Rudolf onderwijzer. Werk, dat hij met liefde deed. Maar toen hem in 1955 onverwacht de kans geboden werd om een opleiding tot verkeersvlieger te volgen die uitzicht bood op een baan bij de nieuwe Lufthansa, behoefde hij zich geen moment te bedenken. Hij was geen briljante leerling, evenmin een Streber, maar wel een volhouder. Toen hij in april 1959 gezagvoerder werd op de (toen al) legendarische DC-3, was een jongensdroom uitgekomen; hij vloog als Viruly! Na tal van vliegtuigtypen te hebben gevlogen, werd hij uiteindelijk in 1979 als captain op de DC-10 gepensioneerd. Zijn loopbaan ging niet over rozen. Vaak kon hij zich niet verenigen met de rigide gedragslijnen binnen de Lufthansa. Zo heeft hij grote problemen gehad toen hij de baard liet groeien. Voor hem waren dat principiële kwesties. Het maakte hem niet populair bij zijn bazen en dat lieten ze merken ook. "Ik kwam altijd achteraan als het om promotie ging," aldus Braunburg, "ik was altijd de drager van het rode licht."

Rudolf Braunburg als captain op de DC 10

Schrijver

Schrijven over de luchtvaart zoals Viruly dat deed. Het is frappant om achteraf te moeten vaststellen, dat ook deze jongensdroom is uitgekomen. In de loop der jaren ontwikkelde zich in Rudolf Braunburg een drang tot schrijven, waaraan hij geen weerstand kon bieden. Al vanaf eind jaren veertig schreef hij in enkele jaren tijd liefst 30 boeken, geen enkele daarvan werd ooit uitgegeven. Toch was die schrijverij een nuttige vingeroefening en een noodzakelijk rijpingsproces. Zijn eerste boek verscheen in 1955. De titel: Der Himmel näher als der Erde. In de periode 1957 – 1959 werden enkele korte verhalen van zijn hand gepubliceerd. In 1959 kwam de echte doorbraak. Met het boek Nachtstart vestigde hij definitief zijn naam als schrijver. De vele reizen naar alle werelddelen en windstreken stelden de natuurliefhebber Rudolf Braunburg in staat de veelzijdigheid en harmonie van de Schepping intens te beleven. Hij schreef er graag en veel over. Hij kreeg veel aandacht, want ook in Duitsland was een schrijvende gezagvoerder geen alledaags verschijnsel. Mede hierdoor kon captain Braunburg zich ontwikkelen tot goodwillambassadeur voor de burgerluchtvaart (i.c. Lufthansa). Met recht mag hij de Duitse Adriaan Viruly worden genoemd!

Een pijnlijk incident, dat Rudolf Braunburg in hoge mate heeft betreurd, heeft altijd een ontmoeting tussen de meester Viruly en de – een kleine 20 jaar jongere – leerling Braunburg in de weg gestaan. Buitengewoon jammer, waar het mensen betrof die zoveel gemeen hadden en op vrijwel gelijke golflengte waren afgestemd.

 

Maar behalve de natuur en de burgerluchtvaart, hebben ook enkele romans van Braunburg de oorlog als onderwerp. Het zijn opmerkelijke oorlogsromans, die in de Duitse literatuur een geheel eigen plaats innemen. Daarom ook over dat werk hierna wat meer, zonder overigens ook maar iets af te willen dingen van de waarde van het andere werk van deze creatieve geest.

In woord en beeld droeg Rudolf Braunburg bij aan de bestrijding van vliegangst, die zovelen het plezier van een vliegreis bederft; links het omslag van zijn boek over dat onderwerp, rechts een opname in de WDR studio voor een uitzending daarover

"Ik schrijf langzaam, maar onophoudelijk. Wanneer ik niet ‘en route’ (de titel van zijn geheel herschreven autobiografie – WT.) ben, zet ik mij dag in dag uit om vier uur ’s middags achter mijn schrijfmachines om tot twaalf uur door te werken. Wat dat betreft trek ik nu veel profijt uit wat ik mij als gezagvoerder moest eigen maken; het gelijktijdig verdelen van mijn aandacht over verschillende zaken." Maar behalve in schrijven, kon Braunburg zijn mateloze creativiteit ("ik word als het ware geterroriseerd door ideeën") ook kwijt in fotograferen en schilderen.

Noorderlicht

Oorlogsromans

Oorlogsromans staan bij de meeste historici en documentalisten slecht aangeschreven. Het verhaal, de plot is immers verzonnen? En als zij ergens geen belangstelling voor hebben, zijn dat wel verzinsels. Toch waag ik het een lans te breken voor de oorlogsroman; de goede oorlogsroman. En wel, omdat die iets wezenlijks, een zekere meerwaarde, kan toevoegen aan hetgeen onpersoonlijke rapporten aan kille feiten opleveren. Is de gebeurtenis die centraal staat zó gekozen, dat wanneer het in werkelijkheid was gebeurd, dat zeer waarschijnlijk ook zó geschied zou zijn? Volgens de regels der logica? En zijn de personen in de roman treffend getypeerd? Zijn hun rollen realistisch en stemmen hun denken en doen daarmee overeen? Welnu, dan kan aan de kille feiten een menselijke dimensie worden toegevoegd. Dan worden drama, tragiek en triomf in die kille feiten voelbaar. Dat kan de verdienste van een oorlogsroman zijn.

Rudolf Braunburg schildert de emoties en overwegingen in contrastrijke streken tegen de zwarte, maar historisch verantwoorde achtergrond van de Duitse oorlogscultuur. Wie zijn verrassend openhartige autobiografie Ein Leben auf Flügeln heeft gelezen, herkent Braunburgs eigen oorlogservaringen terug in zijn romans. Frustrerende ervaringen. Ervaringen van tegen zijn wil in het oorlogsgebeuren te worden betrokken, de voze zin die aan de oorlog wordt toegekend, het overheersen van blinde haatgevoelens, de teloorgang van het gezonde verstand. Van bureaucratische stelsels, die zonder rede regels voortbrengen en rücksichtslos handhaven. Naar nuchtere, tot gedogen neigende Nederlandse maatstaven, gaat Braunburg soms wel wat erg ver in zijn achterdocht jegens alles wat regels uitvaardigt. Is dit het gevolg van het als Duitser opgroeien in een Nederlandse omgeving? Hij nam zich voor, dat wat hem als Rijksduitser in Nederland overkwam, hem geen tweede maal meer zou overkomen! In dit licht gezien komen de meeslepende oorlogsromans van Rudolf Braunburg eerst goed tot hun recht.

Braunburg en de DC 10, beide im Ruhestand

Die schwarze Jagd

334 pagina’s; ISBN 3 7951 0819 5, Franz Schneekluth Verlag, München.

Braunburg beschrijft in dit boek de verbeten, maar uitzichtloze strijd die Duitse nachtjagerpiloten tegen de overmacht van bommenwerpers voerden. Bommenwerpers die als vernietigingsmachines hun werk met grote accuratesse verrichtten. Maar ook bommenwerpers, die bemand werden door jonge mensen met illusies, hoop en angst; pure doodsangst. Wanneer Stephan Bachmann tijdens een bombardement zijn verloofde voor zijn ogen ziet verbranden, raakt hij bezeten door één gedachte: wraak op de bommenwerper die haar dit aandeed. Bachmann, die in zijn hart oorlog verafschuwt, gebruikt die wel als wapen om zijn wraak uit te leven.Het bijzondere van deze aangrijpende roman is, dat hij vrijwel geheel in ons land speelt. Door zijn bekendheid met hetgeen er toentertijd in ons land leefde en gebeurde, weet Braunburg een zeer waarheidsgetrouw beeld te scheppen. Het komt de geloofwaardigheid ten goede en verhoogt het inlevingsvermogen van de lezer. Voor wie geïnteresseerd is in een dergelijke kwaliteitsroman, behoeft de taal geen beletsel te zijn.

Verrassend in Nederland gesitueerd

Het laatste jachteskader

Oorspronkelijke titel: Der verratene Himmel. 360 pagina’s; ISBN 90 6057 466 4, Nieuwe Wieken, Omegaboek, Amsterdam.

Zomer 1944 aan het Pools-Russische front. Het restant van de Luftwaffe wordt voor de laatste, uitzichtloze gevechten de lucht ingestuurd. Achter de stuurknuppels met knoppen voor de boordwapens zitten jonge mannen, schooljongens nog bijna. Zij hebben nog een heel leven voor zich, maar weinig zullen die toekomst behouden. Ze vliegen en vechten vol overgave en idealisme voor de Führer en het vaderland. Ze weten dat ze een zekere dood tegemoet gaan, maar het laat hen ogenschijnlijk onverschillig. Steeds weer starten ze en komen ze met minder terug. Tot het einde.

Wie verheerlijking van oorlog en heldendom zoekt, behoeft dit boek niet ter hand te nemen.

"Ik heb de negatieve kanten van de oorlog leren kennen. Positieve kanten zijn er niet," aldus Braunburg.

Luchtvaart

Andere Braunburg-romans met de luchtvaart als onderwerp zijn onder meer:

Overleden

Rudolf Braunburg overleed in Waldbröl op 21 februari 1996. Hij was 71 jaar oud.

Rudolf Braunburg, een sympathiek mens

Klik hier om terug te gaan naar de Home Page.